Heeft jouw school beleid voor mediawijsheid? Zijn er duidelijke schoolregels die gezond mediagebruik stimuleren? Is er een medewerker die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het beleid? Effectief werken aan mediawijsheid vraagt om aandacht voor beleid. Hoe pak je dat aan?
Stel beleid rond mediawijsheid op
Om mediawijsheid blijvend aandacht te geven is het goed om te kijken op welke manier dit past in de visie en het onderwijs van de school. Neem dit vervolgens op in een beleid en bedenk daarbij dat het beleid een grotere kans van slagen heeft als je klein begint. In een goed beleid staat wat de school doet om mediawijsheid van zowel leerlingen als medewerkers te bevorderen. Aandachtspunten voor het opstellen van beleid rond mediawijsheid vind je in Mediawijsheid voor schoolbestuurders en het Handboek digitale geletterdheid.
Denk ook aan het vastleggen van protocollen, zoals een socialemediaprotocol. Wat moeten medewerkers doen als er online een naaktfoto van een leerling in omloop blijkt te zijn? Hoe reageert de school op klachten of bedreigingen op sociale media? Tips voor het omgaan met incidenten vind je bij Stichting School & Veiligheid en in het Stappenplan Sexting.
Spreek samen school- en gedragsregels af
School- en gedragsregels kunnen gezond mediagebruik en een positief sociaal klimaat stimuleren. Denk aan regels over hoe je online met elkaar omgaat. Dat kan ook op klassenniveau. Via welk medium kunnen leerlingen vragen stellen? Via de ELO, een e-mail of een app? Denk ook aan wat wel of niet mag als het bijvoorbeeld gaat om het delen van filmpjes en foto’s – ook van elkaar. En welke regels gelden er op ouderavonden of bij excursies?
Spreek de regels af samen met leerlingen, ouders, verzorgers en medewerkers en betrek de MR erbij. De leerlingenraad kan jaarlijks bekijken of er nog aanpassingen of aanvullingen nodig zijn, bijvoorbeeld als het gaat om sociale media of games die op dat moment populair zijn.
Zo zorg je ervoor dat de regels worden nageleefd:
- Formuleer de regels zo veel mogelijk positief. Voorbeeld: ‘Je socials check je in je pauze’ in plaats van ‘Het is verboden tijdens de les sociale media te checken’.
- Communiceer de regels helder en overzichtelijk naar medewerkers, ouders, verzorgers en leerlingen.
- Zorg ervoor dat de regels worden nageleefd en wees duidelijk over wat de gevolgen zijn als ze niet worden nageleefd.
Betrek en informeer medewerkers, leerlingen, ouders en verzorgers
Voor een beleid dat slaagt, is het verstandig om medewerkers, leerlingen, ouders en verzorgers bij het opstellen te betrekken. Dat kan via de MR, maar ook breder. Leg uit waarom het beleid nodig is en zorg dat iedereen kan meedenken. Neem de regels en afspraken die jullie samen hebben opgesteld ook op in het beleid. Zo werkt iedereen mee aan het beleid en voelen meer personen zich verantwoordelijk voor het slagen ervan.
Naast het betrekken van leerlingen, ouders, verzorgers en medewerkers is het handig om ze jaarlijks te informeren over het mediawijsheidbeleid. Dit kan bijvoorbeeld tijdens een informatieavond of via de website, oudergids of nieuwsbrief.
Borg taken en verantwoordelijkheden
Omdat je elk jaar nieuwe leerlingen verwelkomt, blijft aandacht voor mediawijsheid steeds nodig. Daarom is het handig om één medewerker verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van het beleid. Stel bijvoorbeeld een medewerker aan als Gezonde School-coördinator. De Gezonde School-coördinator kan bij het verdelen van taken en verantwoordelijkheden over een werkgroep denken aan:
- Organiseren van Gezonde School-activiteiten over mediawijsheid.
- Organiseren van trainingen voor docenten en andere medewerkers.
- Informeren van medewerkers, leerlingen, ouders en verzorgers.
- Handhaven van de school- en gedragsregels rondom mediagebruik.
- Signaleren en oppakken van problemen rond media en mediagebruik.
- Uitvoeren en handhaven van het mediawijsheidbeleid.
Evalueer
Is er al beleid voor mediawijsheid dat wordt uitgevoerd? Hoe staat jouw school ervoor? Is het nodig het beleid of de schoolregels aan te passen? Daar kom je achter door ongeveer elke twee jaar te evalueren hoe het gaat. Heb je incidenten van ongewenst online gedrag geregistreerd (en waar nodig gemeld), dan kan dit helpen om te bepalen welke onderwerpen meer aandacht moeten krijgen. Je kunt ook kijken of het beleid nog aansluit bij nieuwe maatschappelijke of technologische ontwikkelingen. Plan momenten in voor evaluatie en het maken van nieuwe plannen.