Binnen alle onderwijsstromen van het voortgezet onderwijs is er meer aandacht nodig voor les in bewegen en sport. Het lesaanbod op de theoretische/gemengde leerweg blijft achter bij de gehanteerde landelijke norm. Dat was in 2014 ook al het geval. De 1-meting die het Mulier Instituut in 2018 heeft uitgevoerd, laat hetzelfde beeld zien.

Vmbo-leerlingen zijn ook buiten school minder actief. Ruim drie kwart van de scholieren geeft aan wekelijks te sporten (78%), scholieren van het vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)) (71%) sporten aanzienlijk minder dan die van het vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) (87%). Bij de helft van de vo voortgezet onderwijs (voortgezet onderwijs)-scholen hebben leerkrachten lichamelijke opvoeding te maken met motivatieproblemen bij leerlingen, ook dit is juist bij vmbo-leerlingen meer het geval.

Winst te behalen

De Onderwijsraad, de Nederlandse Sportraad en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving brachten eerder dit jaar een advies (externe link)uit waarin zij stelden dat alle scholieren twee keer per dag een half uur op school zouden moeten sporten en bewegen. Er valt dus nog veel winst te behalen. Kijk op de themapagina Werken aan Bewegen en sport hoe structureel kan worden gewerkt aan de gezondheid van leerlingen met de Gezonde School-aanpak.

Bron: Mulier Instituut