Van cyberpesten en haatreacties tot shame sexting en ander online ongewenst gedrag. Het is goed dat leerlingen en studenten zich bewust zijn van de risico’s die appen en social media met zich kunnen meebrengen. Alertheid kan veel narigheid voorkomen. Daarom is het belangrijk dat de online weerbaarheid van alle leerlingen en studenten wordt gestimuleerd. In dit artikel vertelt Freek Zwanenberg van Bureau Jeugd & Media over het belang van goede online omgangsvormen en geeft hij tips voor in de klas. Verder vertelt Elsbeth Reitzema van Rutgers wat je kunt doen op gebied van online grensoverschrijdend gedrag rond relaties en seksualiteit.

Week van de Mediawijsheid

Op 10 november start de Week van de Mediawijsheid. Dit jaar heeft de week als thema #hierniet. Met dat initiatief worden organisaties opgeroepen zich hard te maken voor een socialere online wereld. Centraal staan onderwerpen die gaan over online gedragscodes, zoals op het gebied van pesten en sociale veiligheid. Voor onderwijsprofessionals is het een actuele aanleiding om het onderwerp in de klas te bespreken.  Een kwetsende opmerking is immers zo gemaakt met een scherm  ertussen.

Sociale veiligheid boven alles

Freek benoemt allereerst het belang van sociale veiligheid. “Vanaf negen jaar zitten kinderen vaak al uren per dag op sociale media. Dat gebeurt veelal buiten schooltijd, maar de impact daarvan is soms dermate groot dat het in de klas terechtkomt. Daar kan het de sociale veiligheid beïnvloeden. Denk aan een online ruzie. De spanning die dat binnen een klas veroorzaakt, kan de lessen verstoren. Als je dan niet ingrijpt als school, ben je de regie kwijt. Het is dus ook in het belang van jou als leerkracht dat dingen bespreekbaar worden gemaakt. Bovendien, wanneer iets de sociale veiligheid binnen de school raakt, ben je wettelijk verplicht daar zorg voor te dragen. Leerlingen moeten zich op school veilig voelen. En leraren ook.”

Kinderen mediawijsheid bijbrengen

Mediawijsheid is een redelijk nieuw gezondheidsthema binnen Gezonde School, merkt ook Freek. Hij pleit onder meer voor een beter bewustzijn onder onderwijsprofessionals en ouders. “De sociale wereld waarin we leven bestaat zowel fysiek als digitaal.  Bij veel onderwijsprofessionals en ouders is het besef van die parallelle wereld onvoldoende geactiveerd. Daarbij laten wij volwassenen vaak na om kinderen goede mediawijsheid bij te brengen, omdat we hun vaardigheden snel overschatten. Vaak is de redenering: ‘Ik ben zelf niet zo goed op de hoogte, dus wat kan ik ze leren?’ Dat is een veelgemaakte denkfout. Neem het besef van privacy, dat inzicht groeit pas met de jaren. Een kind van tien overziet dat nog niet. Dat geldt ook voor het inleven in anderen op sociale media of het herkennen van nep-content. Als volwassene heb je daar weldegelijk een voorsprong.”

Bespreek online gedrag op vaste momenten

Freek benadrukt dat je geen sociale media tijger hoeft te zijn, om het thema als onderwijsprofessional bespreekbaar te maken in de klas. “Het belangrijkste is dát het bespreekbaar wordt gemaakt. Laat jouw basale menselijke waarden gelden, want daar gaat het ook over met online omgangsvormen.  Bespreek het op een open manier. Het is heel menselijk om elkaar met respect te benaderen, dus doe dat ook online.” Daarnaast  kun je als school kiezen voor een paar vaste momenten per jaar waarop het thema wordt uitgelicht. “Bijvoorbeeld aan het begin van het schooljaar en tijdens de Week van de Mediawijsheid.” Freek geeft als tip: “Hang posters op waarop de online regels duidelijk worden uitgelegd, zodat de hele school op de hoogte is. Dus ook jij als onderwijsprofessional, zodat de handhaving eenduidiger is en jij je gesteund voelt door dat beleid. Het is belangrijk dat de schoolvisie goed wordt gecommuniceerd naar de omgeving en dat daar herhaling in zit. Alleen op die manier beklijft het.”

Over de expert: Freek Zwanenberg

portretfoto Freek van Zwanenberg

Freek leidt Bureau Jeugd en Media. Hij heeft een achtergrond in het Vrije-Schoolonderwijs, waar hij interesse ontwikkelde in de manier waarop media de identiteitsontwikkeling van jongeren beïnvloeden, en hoe zij via media hun identiteit vormgeven. Hij is gespecialiseerd in de mediapedagogiek in het Vrijeschool-onderwijs, met sociale processen en digitaal burgerschap als specialiteit. Daarnaast geeft hij gastlessen aan middelbare scholieren over mediagebruik, en verzorgt hij ouderavonden en workshops voor jeugdprofessionals in de zorg en het onderwijs, ook over hun eigen mediawijsheid.

Tips van Freek

  • Voor ouders: Integreer het digitale stuk in de opvoeding. Het is normaal dat je thuis afspraken maakt over schermtijd. Dat kun je ook doen als het gaat om online (on)gewenst gedrag.
  • Voor onderwijsprofessionals: Toon steeds een open houding en interesse in de online wereld van de leerlingen, dan kan de signalering van online problematiek veel sneller gaan.

Signaleren van online misstanden in de praktijk

Binnen de Gezonde School-aanpak wordt ingezet op verschillende onderwijstypen. Dat brengt telkens andere uitdagingen met zich mee. “In het basisonderwijs kun je online misstanden signaleren door het thema regelmatig offline te bespreken. Op het mbo middelbaar beroepsonderwijs (middelbaar beroepsonderwijs) is het juist weer minder vanzelfsprekend dat je je als school inmengt op gebied van social mediagebruik. Daar werkt het beter als je studenten wijst op het feit dat jij weet wat er online speelt en beschikbaar bent voor overleg.”

Voor het voortgezet onderwijs kan het inzetten van het Instagram account van de school een sterke troef zijn om online mistanden te signaleren. Freek: “Zo'n account wordt door vrijwel alle leerlingen gevolgd en kan dus een positief effect sorteren als je daar tips deelt. Bijvoorbeeld: Hoe ga je ermee om als je online wordt gepest? Of hoe ga je ermee om als er een foto van je wordt gedeeld? Op het moment dat je daar als school over communiceert, krijg je via zo’n online platform ook berichtjes van leerlingen als er iets misgaat in die online wereld. Qua signalering is dat een enorme aanvulling op offline signaleren in de klas. Het Amadeus Lyceum in Vleuten is daar heel ver in. De methode leent zich ook goed voor handhaving. Komt er een tip binnen over een anoniem account, dan kan kun je daar een berichtje naar sturen: ‘Wat jij doet is tegen onze regels. Ik zou dit account maar verwijderen.”

Beleid blijft essentieel

Naast aandacht in de lessen, het signaleren van (on)gewenst online gedrag en interactie met de schoolomgeving, is het maken van beleid essentieel. Hoe doe je dat? “Als het gaat over beleid is het belangrijk dat er allereerst ruimte in het curriculum wordt gemaakt. Er moet een visie worden geformuleerd, zowel op de digitale wereld als hoe je daarnaar kijkt in het algemeen. Vervolgens benoem je specifieker: Wat doe je met de mobieltjes tijdens de les en in de pauze? En wat zijn ‘onze’ sociale media-regels? Hoe integreren we het thema in de les? Je kunt burgerschap en mediawijsheid ook prima combineren.”

De rol van ouders

Hoe meer krachten er worden gebundeld, hoe sterker de boodschap (#hierniet) wordt verspreid. Daarom is het zinvol om ouders en verzorgers actief bij het thema te betrekken. Freek: “Neem je als school de regie over ‘online omgangsvormen’, dan kan je daarin een voortrekkersrol innemen. Zo kun je ouders helpen om hun gedachten meer aan te scherpen. Het thema hoort onderdeel van de algemene opvoeding te zijn. Daarom is het zinvol om jaarlijks een themavond te organiseren en ouders handvatten aan te reiken. Dan kun je laten zien dat je er voortvarend mee bezig bent. En maak duidelijk dat ze in geval van problemen bij jou kunnen aankloppen en je samenwerkt aan een oplossing. Ook via de nieuwsbrief en de website van de school kun je je boodschap communiceren.”

Mediawijsheid in de praktijk

Op basisschool Rehoboth in Naaldwijk besteden leerkrachten het hele schooljaar aandacht aan mediawijsheid. Lees hoe zij het aanpakken. Lees het verhaal mediawijsheid is een sociale vaardigheid.

Seksualiteit en relaties

Wat als een leerling het slachtoffer wordt van online grensoverschrijdend gedrag op gebied van relaties en seksualiteit?  Denk aan grooming (online kinderlokken) en (shame) sexting. Elsbeth Reitzema van Rutgers, zegt hierover: “Het is het goed dat kinderen weten waar ze betrouwbare informatie en hulp kunnen vinden.” Elsbeth noemt als tips: “Wijs leerlingen op betrouwbare websites over seksualiteit, zoals pubergids.nl(10+) en sense.info(13+). En vertel waar ze hulp kunnen krijgen als er iets vervelends gebeurt. Dat kan bijvoorbeeld via Helpwanted en de Kindertelefoon. En natuurlijk bij jou als leerkracht. Bovendien is het goed om als school een duidelijke visie en beleid te voeren op relationele en seksuele vorming. Op de site van seksuele vorming staat bijvoorbeeld een visie en beleidsdocument voor het basisonderwijs. Meer informatie over online weerbaarheid, tips en tools voor het basisonderwijs vind je bij Week van de lentekriebels aan het einde van het jaar, in  het kader van het thema van de Week van de Lentekriebels ‘Weerbaar online’.”

Gezonde School biedt diverse erkende methodes en interventies om leerlingen bewuster te maken van online seksueel overschrijdend gedrag. Bijvoorbeeld Lang leve de liefde. Jij en de media, ontwikkeld door Rutgers. Bekijk ze voor het primair onderwijs,  gespecialiseerd onderwijsvoortgezet onderwijs of mbo.

Cijfers onderzoek: online grenzen

Uit nieuw onderzoek naar online grenzen van Netwerk Mediawijsheid blijkt dat:

  • 1 op de 3 Nederlanders minstens maandelijks online kwetsend of schadelijk gedrag tegenkomt. Shaming, desinformatie en discriminatie spannen de kroon.
  • 1 op de 10 Nederlanders maandelijks strafbare feiten online ziet.
  • 75 procent van de ondervraagden geen melding maakt bij een moderator in geval van grensoverschrijdend gedrag.
  • 75 procent van de respondenten nog nooit iemand heeft gewezen op online grensoverschrijdend gedrag.
  • 16 procent zich in het afgelopen jaar wel eens schuldig heeft gemaakt aan kwetsend of schadelijk gedrag.
  • In 90 procent van de gevallen online schadelijk gedrag uit anonieme hoek komt.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder 1,100 respondenten tussen de 12 en 75 jaar. Circa 20 procent van de ondervraagden was tussen de 12 en 15 jaar. Bekijk alle data in het factsheet van het onderzoek.

Over Bureau Jeugd en Media

Bureau Jeugd en Media is een organisatie van experts die met creativiteit en deskundigheid maatwerk leveren op het gebied van mediaopvoeding, mediawijsheid en digitale geletterdheid. Ze vertalen wetenschappelijke kennis naar de praktijk, onder meer op gebied van cyberpesten en het integreren van mediawijsheid op school. Ze adviseren, coachen en bieden sprekers. Verder helpen ze onderwijsprofessionals bij het ontwikkelen van visie en beleid.

Bureau Jeugd en Media is kennispartner van Gezonde School voor het gezondheidsthema Mediawijsheid.