'Als Gezonde School- adviseur met specialisme Relaties en seksualiteit, ben ik altijd blij als een school voor ‘mijn thema’ kiest. Dan mag ik de docenten een training Lang Leve de Liefde geven en help ik ze ook de andere pijlers van de Gezonde School op orde te krijgen. Het Mediacollege in Amsterdam is een school die hiervoor koos. Hoe gaat daar, nu ze een tijdje op weg zijn?' Gezonde School-adviseur Emma de Goeje interviewde docent Annemarie, sprak zorgcoördinator Rixt en stond zelf nog even voor klas 2 vmbo (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)) en schreef hier een blog over.
Vertel eens, waarom dit thema?
Annemarie: “Zelf had ik een belabberde seksuele voorlichting. Een film in de tweede klas waarbij een bevalling haarscherp in beeld werd gebracht – we hebben alleen maar gegild – een leraar die een condoom om een bezemsteel uitrolde, en mijn moeder die zei dat mijn lichaam een tempel was. Lekker vaag. Toen ik zelf begon met seks wist ik niks, ik deed het trouwens ook om de verkeerde redenen. Mijn vriendinnen zeiden dat mijn vriendje het uit zou maken als ik niet met hem naar bed zou gaan. Ik wil dat mijn leerlingen nadenken over wat zij zelf willen. Waar zijn ze aan toe en waar liggen hun grenzen.”
Rixt: “We zien uit het onderzoek Jij en Je Gezondheid, dat sommige leerlingen iets naars hebben meegemaakt op het gebied van seksualiteit, dat iemand een grens is overgegaan. Dat was wel een reden om voor dit thema te kiezen. Daarnaast is er echt een gebrek aan kennis over seks, bijvoorbeeld over hoe je veilig vrijt. Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen de juiste informatie krijgen, zeker omdat lang niet iedereen die van huis uit meekrijgt.”
Annemarie: “Ja, inderdaad. Een leerling van mij vroeg een keer: hoe wordt je piemel stijf? Dus ik tekende een penis op het bord en legde uit dat die zwelt door de toevoer van bloed. Toen mocht hij ook een vulva op het bord tekenen. Hij tekende de vagina, de binnenste schaamlippen en de buitenste schaamlippen… ‘Hartstikke goed’, zei ik, ‘maar je vergeet één ding: de clitoris.’ ‘O ja, die ken ik, als je erover heen wrijft komt er water uit!’ Wat?! Gelukkig leren ze nu in de lessen wat de clitoris is. Trouwens, het wordt wel tijd dat de hele clitoris in het leerlingenboekje komt en niet alleen het topje!”
Dat leerlingen nieuwsgierig zijn, bleek ook toen ik een half uurtje bij Annemarie voor de klas mocht staan. De leerlingen van 2
vmbo
(Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)) mochten mij al hun vragen stellen. Een greep uit wat ze wilden weten: ‘Kun je ook zwanger worden van sperma doorslikken?’ ‘Huh, is het maagdenvlies geen vlies?!’ ‘Kun je van pijpen ook een
soa
(Seksueel overdraagbare aandoeningen) krijgen?’’ ‘Hoe zorg je dat je geen soa krijgt als je een kind wil en dus zonder condoom gaat seksen?’
Een ander onderdeel van seksuele vorming is seksuele diversiteit. 11 oktober, de dag dat ik jullie bezoek is het Coming Out Day. Hoe veilig is het bij jullie voor leerlingen om uit de kast te komen?
Rixt: “Ik denk dat het bij ons relatief makkelijk is. We zijn een superdiverse school, de verschillen tussen kinderen zijn heel groot. Kinderen leren al snel dat iedereen met andere normen en waarden is opgevoed, onbewust leren ze daardoor al heel goed met verschillen omgaan.
In de les van Annemarie waar ik vandaag keek, was een jongen open over zijn homoseksualiteit. Hij zei: ‘Ik vond het best moeilijk om uit de kast te komen, ik heb daar wel lang over nagedacht’, zei hij. ‘Maar ik kon dat al lang zien!’ reageerde het meisje dat achter hem zat. ‘Ja, maar dat betekent niet dat ik er klaar voor was het te vertellen. Maar ik ben wel heel blij dat ik het heb gedaan.’
Het thema Relaties & seksualiteit wordt door scholen het minst gekozen van alle Gezonde School thema’s. Hoe komt dat volgens jullie?
Rixt: “Dat verbaast me! Ik denk dat scholen het een spannend thema vinden. Docenten vinden het ook soms wel lastig. Dat kan wel een drempel zijn.”
Hoe tackel je dat hier?
Annemarie: “Iedere docent doet het op zijn eigen manier. De één bereidt de lessen heel zorgvuldig voor, ik doe het juist als een open gesprek, dat past beter bij mij. Er is een enkele docent die de lessen echt niet wil geven, en in die klassen geef ik dan Lang Leve de Liefde.”
Rixt: “We willen docenten niet dwingen als ze zich echt niet comfortabel voelen bij het geven van seksuele vorming.
“Maar we hebben wel ons best gedaan om het docententeam verantwoordelijkheid te geven, ik wilde het niet zomaar top-down invoeren. Ik heb jou uitgenodigd om in het team iets te vertellen over seksuele vorming. Toen hebben we ook gepeild wat docenten belangrijk vonden, en wat lastig. Dat werkte heel goed: Het team werd enthousiast en Annemarie gaf aan de ze dit project wel wilde coördineren. Dat heeft ze super opgepakt: Zij heeft de training voor docenten ingepland en gezorgd dat de lessen in alle roosters kwamen.”
Annemarie: “In mijn enthousiasme wilde ik álle Lang Leve de Liefde modules implementeren. Dat is organisatorisch wel ingewikkeld: dan moeten mentoren uit alle jaarlagen een training volgen, en moeten veel lessen worden uitgeroosterd, daar bleek onvoldoende draagvlak voor. Nu beginnen we met het basispakket van Lang Leve de Liefde in jaar 2. Als dat goed loopt, gaan we kijken welke aanvullende modules we nog kunnen toevoegen.”
Hoe gaat het tot nu toe met de lessen?
Annemarie: “Het is enorm leuk. De kinderen vinden het zelf zo spannend en interessant! Vorige week gaf ik mijn eerste Lang Leve de Liefde les, en kwamen leerlingen hier binnen met een condoom. Dus ik pakte direct de condoomdemonstrator erbij en liet een van die jongens het condoom omdoen. Alle jongens stonden, whoom, vooraan om mee te kijken. De meisjes zaten achter in de klas te giechelen. De demonstratie door de leerling ging niet best. Toen heb ik “het trucje van de wallen” voorgedaan, dat heb ik geleerd bij de Condomerie. Als je een condoom vastpakt bij het topje en een paar keer draait, kun je het condoom met één hand uitrollen. Nou, toen had ik ze hoor! ‘Wayo, juf, dat wil ik ook leren!’
“Zij leren míj trouwens ook van alles. De term ‘scharrelen’ bijvoorbeeld, bestaat niet meer. Nee, je bent eerst aan het ‘stromen’, dat betekent dat je berichtjes naar elkaar stuurt, oogcontact maakt, flirt. Daarna ga je ‘fixen’, dat betekent dat je gaat daten en gaat afspreken, misschien zoenen. Daarna heb je een ‘rela’ of ‘relatie’. Dat betekent dat je exclusief bent, oftewel alleen maar intiem bent met elkaar en niet meer meer ‘stroomt’ of ‘fixt’ met anderen. Ik vind het fantastisch om hier met de leerlingen over te praten, maar zij vinden het ook leuk om te vertellen wat hen echt bezighoudt.”
Wat vinden de leerlingen eigenlijk zelf van de Lang Leve de Liefde lessen? Ik vraag het de klas. ‘Belangrijk’, wordt gezegd. ‘Want iedereen gaat ooit een keer in zijn leven seks hebben, dan is het wel fijn dat je weet wat je moet doen.’ Maar ook: ‘ik vind het kindvriendelijk, er staan geen vieze plaatjes in maar gewoon goede tekeningen.’ En: ‘ik vind het wel apart, niet echt leuk of zo, maar wel belangrijk.’ ‘Ik vind het stom dat andere kinderen er zo raar over doen.’ En: ‘je moet zulke lessen eigenlijk elk jaar krijgen’. ‘Sommige ouders zullen moeite hebben met de lessen Lang Leve de Liefde’, dat werd door één van je collega’s in de voorbereidende docententraining gezegd. Jullie hebben een brief verstuurd aan ouders om ze te informeren over de lessen. Wat voor reacties heb je gehad?
Annemarie: “Ik heb één e-mail gehad van een ouder die het harstikke goed vond, en zich afvroeg of we ook konden stilstaan bij de invloed van porno op hoe we naar seks kijken. Hele goede vraag natuurlijk. Maar geen enkele negatieve reactie dus! Waarom maken we ons daar druk om? Volgens mij vinden de ouders het heel fijn dat wij het onderwerp op school bespreken.”
Jullie zijn begonnen met de pijler ‘educatie’. Hoe gaan jullie aan de slag met de andere pijlers van de Gezonde School (beleid, signaleren, omgeving)?
Rixt: “Daar zijn we nog mee bezig. Wij willen eerst kijken hoe de lessen worden ervaren door de leerlingen en docenten. Dan kunnen we ook kijken welke vertaalslag we kunnen maken naar beleid. We gebruiken de lessen ook om te inventariseren wat er speelt bij leerlingen, welke onderwerpen en welk gedrag. Daar zouden schoolregels uit kunnen voortkomen, of bijvoorbeeld een extra lesmodule. Als we het eens zijn over welke lessen we willen opnemen in het curriculum, leggen we die ook vast.”
Wat hebben jullie aan de begeleiding van de Gezonde School-adviseur van de
GGD
(Gemeentelijke gezondheidsdienst)?
Rixt: “Het is fijn dat de Gezonde School-adviseur zorgt dat het onderwerp op de agenda blijft. Ik weet wel dat het belangrijk is, maar in de waan van de dag word ik toch vaak in beslag genomen door individuele leerlingen en korte termijn zaken, en als de GGD er niet zou zijn heb je het risico dat Gezonde school op de lange baan wordt geschoven. “Maar niet alleen dat. Het is ook echt fijn dat jullie kennis komen brengen en een aanbod aan lesprogramma’s hebben (en vergoeden). Dus je zegt niet alleen “je kunt werken aan relaties en seksualiteit”, maar je komt ook met een voorstel voor een leerlijn, en je komt in het team vertellen hoe het ervoor staat met de seksuele gezondheid van jongeren. Dat is ontzettend motiverend. De training geeft ook veel kennis, docenten staan daardoor met meer zekerheid voor de klas.”
Wat is het succes van jullie aanpak?
Rixt: “Dat we teamgericht werken. De Gezonde School- adviseur staat naast mij, als zorgcoördinator. Samen kijken we naar het enthousiasme en het draagvlak dat er is in het team, en dat gebruiken we om tot een aanpak te komen. Ik denk dat Gezonde School-adviseurs nog meer teamgericht kunnen werken, je hebt het team nodig want een zorgcoördinator kan dit niet alleen. Ik denk echt dat je op deze manier het succes en de duurzaamheid van het programma vergroot!”
Eigenlijk is het net liefde: eerst stromen, dan fixen, dan een rela. Dus eerst interesse peilen bij het team en ze warm maken, dan regelen dat de docenten training krijgen en de leerlingen de lessen, en pas dan vastleggen hoe je als school aan relaties en seksualiteit werkt.
Annemarie: “Liefde en seks moet op iedere school bespreekbaar worden gemaakt, en worden genormaliseerd. Jongeren moeten leren dat er verschillen zijn en dat iedereen zichzelf mag zijn!”