Mate van welbevinden
Leerlingen uit eenoudergezinnen, leerlingen die opgroeien in armoede en leerlingen met een niet-westerse migrantenachtergrond hebben meer kans op een lagere mate van welbevinden. Uit de landelijke Jeugdmonitor 2018 blijkt er 1,5 miljoen kinderen tussen 4 en 12 jaar in Nederland.
In 2017 woonde 30 procent van de vijftienjarigen niet met beide ouders op hetzelfde adres, en een toenemend aantal kinderen woont al vanaf de geboorte in een eenoudergezin; in 2017 ging het om 15 duizend kinderen. Eind 2017 leefden in Nederland 228 duizend minderjarige kinderen in bijstandsgezinnen, bijna 7 procent van alle kinderen onder 18 jaar.
Cyberpesten
In 2018 geeft 10% van de kinderen binnen het primair (speciaal) onderwijs (p(s)o) aan dat zij slachtoffer zijn geweest van pesten, vooral door persoonlijk pesten. Cyperpesten wordt in deze leeftijdsgroep door minder dan 10% van de kinderen gemeld.
Jeugdhulp
In 2017 ontvingen 392 duizend jongeren jeugdhulp, vaak door wijk- of buurtteams. De gemiddelde leeftijd waarop jeugdhulp door een wijkteam wordt gestart is 10 jaar, maar 17% van de kinderen die jeugdhulp ontvangt van een wijkteam is tussen 0 en 4 jaar. Kinderen van 4 tot 12 jaar die worden geholpen zijn vaker jongen dan meisje, een verschil dat steeds groter wordt.
Meer dan de helft van de leerlingen op speciale scholen voor basisonderwijs krijgt jeugdhulp, van de leerlingen in het reguliere basisonderwijs ontvangt 1 op de 10 leerlingen jeugdhulp.