Wanneer en bij welke omstandigheden bevordert de Gezonde School-aanpak de gezondheid van leerlingen en studenten in het basis-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs? Deze vraag staat centraal in het onderzoek van ZonMw Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie), de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie, dat aankomende zomer wordt afgerond.

De Universiteit Maastricht (UM) heeft, in samenwerking met onder meer acht GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst)’en, de afgelopen vier jaar de relatie met de effecten op gedrag en gezondheid bij leerlingen en studenten en de praktijk op scholen nader onderzocht. Dit jaar worden alle bevindingen bij elkaar gebracht om in de zomer van 2023 antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag.

Onderzoeksdoel

Doel van het onderzoek is om een goed onderbouwd inzicht te krijgen in de effectiviteit van de Gezonde School-aanpak. Kort gezegd: wanneer werkt de Gezonde School-aanpak wel en wanneer niet? Om hier antwoord op te geven wordt gekeken naar:

  1. De resultaten in leefstijl, gezondheid en leerprestaties van leerlingen en studenten
  2. De aanpak van scholen rondom gezondheid en welzijn van leerlingen en studenten
  3. De ondersteuning van scholen door regionale en landelijke organisaties

Nauwe samenwerking met scholen, leerlingen/studenten en ouders

Het onderzoeksteam maakt gebruik van zowel bestaande als nieuw te verzamelen gegevens. Gerjanne Vennegoor, samen met Lisanne Vonk één van de onderzoekers van UM, licht toe: “Bestaande gezondheid en leefstijlgegevens van GGD’en en het NCO, het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs, koppelen we aan schoolkenmerken zoals wel of geen vignet Gezonde School. Nieuwe gegevens verzamelen we in nauwe samenwerking met de praktijk. Zo hebben we vragenlijsten voorgelegd aan schoolmedewerkers, observaties van de schoolomgeving gedaan en gesprekken gevoerd met directies, docenten en GGD-medewerkers en met enkele ouders en leerlingen. De inzichten in beleving en mening van al deze groepen zijn zeer van belang. Wat merken zij, wat krijgen zij mee? Wat zou wel werken en wat niet? We willen immers niet alleen kijken wat er wordt gedaan aan gezondheid en welke resultaten bereikt worden, maar vooral ook onder welke omstandigheden het programma werkt”.

Volgende stappen

De komende maanden staan in het teken van verwerken en analyseren van alle data. Gerjanne: “Alle bevindingen worden bij elkaar gebracht en samen leggen we als het ware een puzzel om antwoord te geven op de hoofdvraag. In de zomer van 2023 moet de hoofdrapportage gereed zijn. De uitkomsten kunnen vervolgens een bijdrage leveren aan het verder versterken van het programma Gezonde School.”