Een andere school, nieuwe klasgenoten, een andere manier van lesgeven, andere vakken en een nieuwe mate van zelfstandigheid. Voor jongeren verandert er veel als ze naar het mbo middelbaar beroepsonderwijs (middelbaar beroepsonderwijs) gaan. Shanna Kulik, Specialist Beweeggedrag - Onderwijs en Jeugd bij Kenniscentrum Sport & Bewegen legt uit welke factoren invloed hebben op het sport- en beweeggedrag rondom deze overstap.

Waarom is extra aandacht nodig voor het sport- en beweeggedrag van jongeren die doorstromen naar het mbo?

"Vanaf het voortgezet onderwijs neemt sportdeelname onder jongeren steevast af. Vooral  in het vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)). Slechts 45,5% van de jongeren in het vmbo voldoet aan de beweegrichtlijnen. Na de transitie naar het mbo nemen deze cijfers zelf nog verder af. We zien dat mbo'ers weinig sporten en bewegen, minder dan hun leeftijdsgenoten op havo Hoger algemeen voortgezet onderwijs (Hoger algemeen voortgezet onderwijs) en vwo Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs).  En dat terwijl duurzame sportdeelname de persoonlijke, sociale, cognitieve, financiële, fysieke en emotionele waarden stimuleert. Een voorbeeld van met plezier meedoen aan sport is dat het zorgt voor een groter netwerk met vrienden. Naast het terugdringen van eenzaamheid, zorgt het ook voor gezond gedrag."

Tip: check hoe ver jouw school is met bewegen en sport

Nieuwsgierig hoe ver jouw school is met het thema Bewegen en sport? Check het met de overzichtelijke themascan van Gezonde School.

Naar de themascan Bewegen en sport voor het mbo 

Hoe komt het dat het sport- en beweeggedrag zo verandert?

"We weten dat er veel verandert bij de overstap van het vmbo Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) (Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)) naar mbo middelbaar beroepsonderwijs (middelbaar beroepsonderwijs).  Jongeren krijgen ineens meer verantwoordelijkheid en er wordt een hoge mate van zelfstandigheid van hen verwacht. Daarnaast moeten zij vaak verder reizen naar het mbo, wat veelal gebeurt met het openbaar vervoer. Wat opvalt is dat jongeren op het mbo in vergelijking met het vmbo vaak meer tijd op school doorbrengen. Hierdoor hebben ze minder vrije tijd en dus minder tijd om te sporten. Ook zorgt de overstap voor stress door een nieuwe situatie, waarbij jongeren meer verantwoordelijkheid krijgen en zelfstandiger moeten zijn. Deze stress zorgt ervoor dat de jongeren minder energie hebben om te bewegen.

Uit onderzoek van Youngworks blijkt dat er vijf belangrijke factoren spelen die de veranderingen in sport- en beweeggedrag na de overstap verklaren. Deze factoren zijn: tijdsbesteding, mentaal welbevinden, sociale omgeving, schoolomgeving en geld. Uiteraard gelden deze factoren niet per definitie voor elk individu, maar wel voor een groot deel van de jongeren."

Kun je uitleggen hoe deze factoren invloed hebben op het sport- en beweeggedrag van jongeren?

"Door de overstap verandert de vriendenkring van de jongeren. Dit kan betekenen dat samen sporten wegvalt. Daarnaast wordt er in vergelijking met het vmbo minder bewogen tijdens de schooldag op het mbo. Jongeren  hebben vaak geen gymles meer, lesuren zijn langer, ze wisselen minder van lokalen en hebben minder pauzes. Ten slotte stijgen de uitgaven van de jongeren. Ze moeten bijvoorbeeld laptops en andere benodigdheden aanschaffen voor hun studie. Om dit te kunnen bekostigen gaan jongeren meer werken, waardoor er minder tijd overblijft  om te sporten."

Waar kun je als onderwijsprofessional op inspelen om jongeren meer te laten sporten en bewegen?

"Het is belangrijk om met jongeren in gesprek te gaan en aan te sluiten bij hun leefwereld. Daardoor voelen ze zich betrokken en zijn ze bereid om in beweging te komen. Gebruik de infographic Van vmbo naar mbo: de invloed op sport- en beweeggedrag om inzicht te krijgen in belemmeringen en drijfveren van jongeren.  Hierin worden de ​​vijf factoren die invloed hebben op het sport- en beweeggedrag uitgelegd. Op basis van hetzelfde onderzoek zijn vier typen jongeren te onderscheiden, die verschillen in beweeggedrag, beleving en motivatie:

  • De ‘diehards’ zijn gemotiveerd om te sporten en zorgen dat ze hier tijd voor maken. Ze vinden het belangrijk om gezond te zijn.
  • De ‘socialen’ doen graag aan teamsport maar vinden het lastig om dit te blijven doen op het mbo. Ze willen namelijk graag samen sporten.
  • De ‘perfectionisten’ ervaren sporten als extra druk bovenop de stress die komt kijken bij de overstap. Sporten geeft ze een productief gevoel en ze weten dat het gezond voor ze is.
  • De ‘relaxers’ hebben nooit (veel) aan sport gedaan en voelen zich daardoor niet competent. Ze hebben behoefte aan sociale contacten tijdens sporten en bewegen.

Elk type jongere kent eigen drempels en drijfveren en vraagt dus om andere stimulans en aandacht. Met deze infographic hopen we professionals in het onderwijs aanknopingspunten te geven om alle jongeren op het mbo meer te laten sporten en bewegen."

En hoe nu verder?

"Om deze aanknopingspunten concreter te maken zijn we op dit moment bezig met het ophalen van goede voorbeelden vanuit zowel het voortgezet onderwijs als het mbo rondom de overstap. We hopen scholen en professionals in het onderwijs handvatten te bieden om de overstap makkelijker te maken voor jongeren. Zo zorgen we er samen voor dat jongeren het nut en belang van sport en bewegen blijven inzien.

Daarnaast weten we dat als er op jonge leeftijd  een sterke basis voor goed bewegen wordt gelegd, dit ook een breed positief effect heeft in de beweegtoekomst en het welbevinden van jongeren. Hier ligt dan ook een belangrijke rol voor het primair  en voortgezet onderwijs. Gelukkig zijn er al mooie ontwikkelingen te noemen die hieraan bijdragen. Zo worden basisscholen met ingang van het schooljaar 2023-2034 wettelijk verplicht twee lesuren van in totaal 90 minuten bewegingsonderwijs per week te verzorgen. En in het voortgezet onderwijs ontstaan steeds vaker prachtige en inspirerende voorbeelden van scholen die het bewegen op school breder uitdragen dan enkel tijdens de gymlessen. Dit is ook het geval bij de recente winnaar van de verkiezing ‘Sportiefste School van Nederland’, het Stanislas Beweeg-vmbo/mavo uit Rijswijk.

Over de expert

Shanna Kulik

Shanna Kulik

Shanna is Specialist Beweeggedrag bij Kenniscentrum Sport & Bewegen. Zij richt zich voornamelijk op de thema's jeugd en onderwijs. Shanna heeft een achtergrond als fysiotherapeut en bewegingswetenschapper. Door wetenschappelijke inzichten te combineren met ervaring uit de praktijk probeert Shanna vanuit verschillende hoeken bij te dragen aan het stimuleren van bewegen van jeugd en jongeren.
Wil je meedenken of heb je interesse in hoe de informatie uit dit artikel tot stand kwam? Neem dan gerust contact op met Shanna, via
shanna.kulik@kenniscentrumsportenbewegen.nl.

Over Kenniscentrum Sport & Bewegen en KVLO

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Kenniscentrum Sport & Bewegen en de KVLO.

Kenniscentrum Sport & Bewegen maakt kennis uit wetenschap, beleid en praktijk beschikbaar en toepasbaar voor professionals. Kennis over het belang en de effecten van sport en bewegen, over wat wel of niet werkt.

De KVLO Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO) URL: https://www.kvlo.nl/ (Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO) URL: https://www.kvlo.nl/) (Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding) is de belangenvereniging voor alle professionals die kinderen in en rond de school goed leren bewegen. Onder het motto: ‘Goed leren bewegen, een leven lang actief’ maakt de KVLO zich hard voor voldoende en goed bewegingsonderwijs.

De KVLO en Kenniscentrum Sport & Bewegen zijn partner van Gezonde School en werken samen voor het thema Bewegen en Sport in het onderwijs.