Social media bieden leerlingen een grote wereld van sociale contacten en entertainment. Influencers zijn populair. De content die ze delen is divers; van foto’s, selfies, video’s en memes tot nieuwsberichten. Hoewel er in Nederland sinds juli 2022 aangescherpte regels gelden voor influencers, onder meer over geadverteerde content, blijft de wereld van social media voor veel leerlingen en studenten ondoorzichtig. Wat is nep, wat niet? Bestaat die influencer überhaupt, of is het een door AI gecreëerde avatar? Onvoldoende begrip van dit onderwerp, kan leerlingen kwetsbaar maken. Op school kunnen leerlingen weerbaar gemaakt worden tegen deze beïnvloeding van social media. Freek Zwanenberg van Bureau Jeugd & Media licht toe: “Het herkennen van een reclame vergt een bepaalde mate van kritisch denken. Je dient de koppeling te maken tussen een bepaald product en het inzicht dat er waarschijnlijk voor dat product wordt betaald om daarvoor een bepaald publiek te enthousiasmeren. Veel volwassenen gaan ervan uit dat jongeren zelf al heel kritisch naar media kijken, maar dat is lang niet altijd zo. Daarom is het belangrijk dat je als onderwijsprofessional die denkvaardigheid bij hen traint.”
Online beïnvloeding: hoe maak je leerlingen weerbaar?
TikTok, Instagram en Snapchat maken de wereld toegankelijker voor jongeren. Dat is mooi, hoewel er ook een schaduwkant aan social media zit. Advertenties en influencers zijn een slimme troef om invloed uit te oefenen op het brein van kinderen, dat nog volop in ontwikkeling is. Voor onderwijsprofessionals ligt hier een uitdaging: Hoe maak je leerlingen alert op online beïnvloeding? In dit interview vertelt expert Freek Zwanenberg van Bureau Jeugd & Media over de impact van online adverteerders en influencers. En hoe je als onderwijsprofessional je leerlingen daar weerbaarder tegen kunt maken.
Reclame herkennen
Allereerst is het dus van belang scherp te hebben hoe je reclame herkent. Freek: “Als een influencer reclame maakt, moet hij of zij dat volgens de wet netjes aangeven in een post. Gebeurt dat niet, dan blijkt dat jongeren over het algemeen niet heel goed zijn in het herkennen van reclames.” Het creëren van een stuk bewustwording ten aanzien van online beïnvloeding is dus slim, vooral vanwege de impact van influencers op jongeren. Naast positieve kanten, zitten daar namelijk ook negatieve gevolgen aan. Denk aan een laag zelfbeeld door bijvoorbeeld lichaamsontevredenheid of de wens om het uiterlijk te veranderen door cosmetische chirurgie.
Signalering: wees beducht op laag zelfbeeld
Volgens Freek zijn er twee manieren hoe je dit soort misstanden als onderwijsprofessional kunt signaleren: “Ten eerste door gesprekken over social media te voeren, bijvoorbeeld in de mentorklas. Dat doe je door open vragen te stellen en werkelijk te luisteren naar wat jongeren vertellen over hun mediagebruik. Dan hoor je ook in hoeverre ze een laag zelfbeeld hebben door het gebruik van diezelfde social media. Als het gaat over uiterlijk kun je ervan uitgaan dat zowel jongens als meiden zich massaal vergelijken. Daar loopt de tweede route qua signalering. Als onderwijsprofessional merk je dat bepaalde leerlingen problematisch gedrag vertonen. Bijvoorbeeld iemand die tijdens een gezamenlijk eetmoment praktisch nooit iets nuttigt of zomaar flauwvalt. Er zijn non-food weight loss challenges die door influencers worden aangezwengeld, om zo te voldoen aan een ideaalbeeld. Op die manier ontstaan eetstoornissen. En wat die challenges betreft, gaat het echt niet alleen om meisjes. Er is een gigantisch aanbod van influencers die zich op jongens richten. Denk aan Andrew Tate.” Freek voegt toe dat een laag zelfbeeld niet enkel vanuit lichaamsontevredenheid hoeft te ontstaan. “Het kan ook op iemands leven slaan. Een leerling kan zijn leven ontzettend saai en onbeduidend binden ten opzichte van de levens die hij voorbij ziet komen op social media.”
Bespreekbaar maken: integreer het thema in meerdere vakken
Het bespreekbaar maken van de impact van social media, doe je als onderwijsprofessional een open houding aan te meten ten aanzien van het onderwerp. Freek licht toe: “Dat betekent ook oprecht interesse tonen in de onlinewereld van jongeren. Stel je op als een journalist en vraag door. Je kunt ook ad hoc in gesprek gaan, als er duidelijk negatieve gevolgen spelen. Bijvoorbeeld bij een ruzie vanwege een foto die rondgaat in de klas.” Verder pleit Freek ervoor om het onderwerp structureel aan te bieden op school. ‘Dat kan tijdens de lessen Mediawijsheid, maar je kunt het ook integreren in meerdere vakken. Neem economie, waar je bijvoorbeeld kunt inzoomen op de verdienmodellen van social media. Online is gratis vrijwel nooit gratis.” Hier komt ook de volgende stap in beeld: Hoe maak je leerlingen online weerbaarder, als het gaat om die adverteerders en influencers?
Aan de slag met mediawijsheid
Schenk als school structureel aandacht aan het thema Mediawijsheid. Media en mediavoorkeuren van leerlingen zijn immers voortdurend in beweging. Het is dus ook voor jou als onderwijsprofessional slim om educatief bezig te blijven met het onderwerp. Werk voor een effectieve aanpak aan Educatie, Schoolomgeving, Signaleren en Beleid. Per pijler lees je wat er nodig is om de Gezonde School-aanpak toe te passen. Lees wat werken aan Mediawijsheid leerlingen concreet oplevert en ga aan de slag.
Twee manieren van weerbaarheid
Volgens Freek kun je het begrip weerbaarheid op twee manieren invullen. Het is goed om je hier als onderwijsprofessional bewust van te zijn. Freek: “Ten eerste is er de weerbaarheid die slaat op het niet meer gemanipuleerd worden, door reclames, influencers of online oplichters, al dan niet aangestuurd door algoritmes. In dat geval is het nodig heel expliciet te werken aan kritische denkvaardigheden, bij de verschillende vakken. Denk aan slow watching, het analyseren van beelden van het internet. Het bestuderen van generatieve AI. Laat leerlingen zelf voorbeelden van hun sociale media inbrengen. Door deze gezamenlijke gesprekken, groeit het vermogen om kritisch te denken. De andere vorm van weerbaarheid, belichaamt sociale weerbaarheid. Daar wordt onvoldoende bij stilgestaan.
Om weerbaar te zijn in de digitale wereld, moet je eerst weerbaar zijn in de gewone wereld. Dus gewone sociale vaardigheden leren. Hoe voer je een goed gesprek? Hoe kun je een ruzie oplossen? Hoe kun je mensen een complimentje geven of feedback? Hoe werk je samen? Zaken die ook in elk sociaal vaardigheidsprogramma zitten, en het Gezonde School-thema Welbevinden raken. Denk aan de Kanjertraining en De Vreedzame school, die in het primair onderwijs spelen. Het gaat erom dat je die sociale vaardigheden uitbreidt met online sociale vaardigheden. Kun je bijvoorbeeld wel echt vrienden worden met iemand online? Of influencers, waarom neem je daar sneller iets van aan dan van een ander. Maak dat bespreekbaar. Hoe hoor je je online te gedragen? Het is heel belangrijk dat je daarin als school duidelijk regels formuleert en dat ook vastlegt in het beleid.’
Primair versus voortgezet onderwijs
Het onderwerp ‘beïnvloeding’ door social media speelt overigens meer in het voortgezet onderwijs. Dat heeft simpelweg te maken met de ontwikkeling van het kind. Freek: “In groep zeven of acht van het basisonderwijs is het waardevol om het over reclame te hebben, maar eerder moet je daar niet mee aankomen. Voor het tiende levensjaar hebben kinderen nog een beperkt begrip van de wereld, weinig algemene kennis. Je kunt ze van alles wijsmaken! Dat is iets wat veel volwassenen niet doorhebben. Tieners weten al iets meer van de wereld, maar door hun leeftijdsfase zijn ze sterk gefocust op spectaculaire of ‘smeuïge’ verhalen. Of het waar is of niet maakt niet zoveel uit. De docent kan de leerlingen meenemen in het kritisch kijken naar media, en samen de waarheid zoeken.”
Tip van Freek
Zo draag je bij aan het vergroten van weerbaarheid van leerlingen op online gebied.
- Neem de digitale wereld mee in je lessen. Ookal zit je er zelf niet veel in, voor kinderen en jongeren is het een belangrijk onderdeel van hun leven.
- Je hoeft geen expert social media te zijn om het gesprek over ‘beïnvloeding’ te voeren. Vraag leerlingen naar hun ervaringen met social media, doe dat op een open en niet veroordelende manier, en je bent binnen no-time bijgepraat. Als leerkracht ben je gewend om de expert te zijn voor de groep, maar hier is het omgedraaid.
- Betrek leerlingen actief bij het onderwerp. Vraag of ze een eigen social media-post kunnen laten zien. Bespreek die content.
- Integreer mediawijsheid in verschillende vakken. Maatschappijleer, economie, filosofie, burgerschap, talen. Overal is wel een haakje te vinden.
- Geef zelf het goede voorbeeld door volwassen (media)gedrag te tonen.
- Nodig een expert uit die komt vertellen over de regels op het internet of wat je digitale rechten zijn. Denk bijvoorbeeld aan de politie. Of nodig een ervaringsdeskundige uit die een vervelende online-ervaring heeft gehad. Zo leren leerlingen zich beter in te leven in een situatie.
Over de expert
Freek Zwanenberg is eigenaar van Bureau Jeugd & Media en een pionier op het vlak van mediawijsheid. Hij verzorgt al sinds 2007 interactieve lezingen aan ouders, gastlessen aan leerlingen en trainingen aan jeugdprofessionals. Momenteel voert Freek gesprekken op scholen over mobieltjesbeleid, begeleidt hij vrijescholen bij de invoering van digitale geletterdheid, en heeft hij net een nieuw lespakket mediawijsheid voor het VSO ontwikkeld: De Internet Helden Basis. Voor Freek betekent mediawijsheid: gezond en bewust met media omgaan.
Over Bureau Jeugd & Media
Bureau Jeugd & Media is een organisatie van experts die met creativiteit en deskundigheid maatwerk leveren op het gebied van mediaopvoeding, mediawijsheid en digitale geletterdheid. Ze vertalen wetenschappelijke kennis naar de praktijk, onder meer op gebied van cyberpesten en het integreren van mediawijsheid op school. Ze adviseren, coachen en bieden sprekers. Verder helpen ze onderwijsprofessionals bij het ontwikkelen van visie en beleid.
Bureau Jeugd & Media is kennispartner van Gezonde School voor het thema Mediawijsheid.